Aangesloten bij KNGF en NVFB

Overactieve blaas

Een overactieve blaas (OAB) is een functionele stoornis van de lage urinewegen die op basis van symptomen kan worden vastgesteld. OAB kan grote effecten hebben op sociaal, fysiek, psychologisch, werk en seksueel gebied. Op seksueel gebied is er vaak sprake van duidelijk verminderde seksuele tevredenheid en erectiestoornissen. In Europa heeft ongeveer 13% van de vrouwen en 11% van de mannen een overactieve blaas.  

Diagnose / klachten

OAB wordt gedefinieerd als het hebben van urgency (een plotseling, dwingend en moeilijk uit te stellen drang om te urineren), met of zonder urine-incontinentie, vaak gepaard gaande met frequency (vaker dan 7x overdag plassen) en nocturie (vaker dan 1x ’s nachts plassen).

OAB kan gepaard gaan met symptomen zoals een zwakke of langzame straal, urineren met tussenpozen, hesitatie (langere tijd wachten voordat plasstraal op gang komt), persen, incomplete lediging, nadruppelen en naloop. Wanneer OAB gepaard gaat met urine-incontinentie wordt dit OAB-“wet” genoemd, zonder urine-incontinentie wordt dit OAB-“dry” genoemd. Een derde van de patiënten met OAB heeft OAB-“wet”.

Risicofactoren

Risicofactoren voor het krijgen van OAB zijn leeftijd (ouder dan 70), hepatitis, stressincontinentie, familiaire diabetes, verhoogde BMI, depressiviteit, overmatig alcoholgebruik en plasproblemen of urineweginfecties in de kindertijd.

Oorzaak

Bij OAB is er vaak sprake van een verhoging van het aantal keren aanspannen van de blaasspier (m. Detrusor) en een verhoging van het aandranggevoel (mictiereflex). De onderliggende oorzaak voor OAB is nog niet bekend. Uit recent onderzoek worden drie hypothesen (myogene, neurogene en urothelium hypothese) als mogelijke oorzaak genoemd.

Behandeling

De meest gebruikte behandelingen zijn een gedragsmatige of medicamenteuze therapie, vaak een combinatie van beiden. Een gedragsmatige therapie is bewezen effectief voor het verminderen van het aantal incontinentie episodes. Bij OAB-“wet” lijkt bekkenbodemspiertraining door myofeedback, in combinatie met educatie, urine-incontinentie met ongeveer 80% te verminderden. De effectiviteit bij OAB-“dry” is echter nog niet bewezen. Functionele Elektrostimulatie (FES) van de bekkenbodemspieren, met een frequentie van 5-10 Hz, vermindert de blaasspieractiviteit. Andere opties voor behandeling zijn neuromodulatie en botuline-A injecties.

Bekkenfysiotherapie richt zich zowel op de gedragsmatige aspecten (juiste toilethouding/gedrag en vocht/vezelinname), als de bekkenbodemspierfunctie (m.b.v myofeedback; zie behandeling) en het verminderen van de blaasspieractiviteit (d.m.v. Electrostimulatie).